De bergen, passen en
valleien van el Cocuy waren mooier dan ik had durven dromen. Ik ben heel erg
ziek geworden, maar dat mocht de pracht en praal van dit van dit bijna
buitenaardse landschap niet schaden. En na wat rompslomperige doktersbezoeken,
de diagnose darmparasieten en een flinke dosis antibiotica kon ik een paar
dagen later afreizen naar de uitgestrekte Colombiaanse stranden in het noorden
van het land. Na drinkwater uit iedere bergbeek was ik nu in de kurkdroge
woestijn waar iedere druppel zoet water enorm kostbaar is en mocht ik heel even
ervaren hoe kostbaar dit water ook echt is. La Guajira staat in Colombia voor
twee dingen: de Wayu en steenkool (en natuurlijk zand, droogte, woestijn en
afgelegen stranden).
De Wayu en la Guajira
zijn nooit door de Spanjaarden gekolonialiseerd. De reden die hier meestal voor
wordt gegeven is dat ze zo koppig, sterk en woest zijn dat het de Spanjaarden
nooit gelukt is. Na drie dagen la Guajira denk ik dat dit zeker waar is, maar
dat ik als spanjaard ook niet bijzonder geïnteresseerd zou zijn in dit kale en
droge stuk grond.
Nu weet men wel beter,
want onder die dorre toplaag ligt voor een kapitaal aan steenkool, steenkool
die onder andere naar Nederland verscheept wordt en waar wij in onze
kolencentrales weer elektriciteit mee opwekken. Geen groene stroom, maar
‘grijze’, of zwarte of rode want de prijs die de Wayu hebben betaald, of beter
gezegd het geld dat ze er niet voor krijgen, is hoog. Want zoals op zoveel
plekken op de wereld, hoe rijker de grond hoe armer de mensen die op die grond
wonen….
Net zoals de steenkool
ging ook ik, na twee prachtige laatste weken (Bergen en strand) Colombia weer
terug naar Nederland. Het afscheid was raar en ook wel een beetje moeilijk.
Wanneer ga je je vrienden daar weer zien? Over een paar jaar? Of misschien wel
nooit meer? Tegelijk keek ik er naar uit om weer terug naar Nederland te komen.
Dat is wel eens anders geweest, maar nu wilde ik echt terug. En was ik er denk
ik ook gewoon een soort van klaar voor. Terug naar Paul Vincent.
Drie maanden geleden is
het alweer en ondertussen ben ik alweer helemaal gewend. Ik mocht een paar keer
vertellen over m’n werk en ervaringen Colombia en zo kon ik het langzaam maar
zeker afsluiten. Nou ja afsluiten, het zal altijd een deel van me blijven alleen
nu wat meer op afstand.
Vrij snel kwam ik ook
gelijk alweer terecht in een grote stroomversnelling, ik had de dingen waar ik
aan werkte nog niet goed en wel afgerond of ik had alweer nieuw werk gevonden.
Ik ruilde de Comisión de Justicia y Paz in voor Justitia et Pax (Nederland) en
zat voor ik echt besefte weer met ‘heel’ Nederland ’s morgens in de trein (van
Utrecht naar Den Haag), toch weer even wennen na Bogota waar ik na een kwartiertje/twintig
minuten fietsen al op kantoor was.
Die trein is gelukkig het
enige iets minder leuke want verder had ik het niet beter kunnen treffen en ben
ik zo van het ene ‘mensenrechten avontuur’ in het andere ‘mensenrechten avontuur’
gesprongen. Ik hoef alleen maar even te schakelen tussen ontheemde
gemeenschappen en landrechten in Colombia, naar nou ja ongeveer hetzelfde maar
dan in Zuid Soedan…. Zelfde onderwerp, ander land. En dus toch weer totaal wat
anders :-)
Al met al ben ik m’n
draai, hier in Nederland weer aardig aan het vinden. Veel nieuwe dingen, maar
ook oude vertrouwdheid. De hele dag lekker Nederlands kletsen (en op m’n werk af
en toe Frans en Engels) en gewoon even geen buitenlander of buitenstaander meer
zijn. Want hoewel je echt wel went na een tijdje en je echt wel thuis gaat
voelen en je plaatsje krijgt, je bent en blijft ‘die Nederlandse’.
‘Die Nederlandse’ die
weer terugging, die het alweer gewend is om een handje te geven ipv drie
zoenen, moet rennen omdat de trein op vaste tijden en stipt op tijd vertrekt en
de hele dag door weer brood eet en pas ’s avonds warm. Maar ook ‘die
Nederlandse’ die enorm blij wordt als een collega en vriendin schrijft dat doña
Trinidad (de vrouw van Manuel en de moeder van Samir die vorig jaar maart
verdwenen en vermoord werden) en kinderen teruggaan naar ‘huis’, de humanitaire
zone ‘Costa Azul’ op gaan richten. De plannen waren er al veel eerder, maar dan
eindelijk gaan ze nu ook echt terug. Terug naar waar ze thuis horen, ook al zal
het nooit meer zijn zoals vroeger.
Ook ik ben terug naar
thuis, iets dat gewoon kan zonder dat ik gevaar loop. Een groot verschil waar
ik enorm dankbaar voor mag zijn en een privilege waarvan ik nooit mag vergeten
dat het een privilege is.