zondag 7 juli 2013

Terug in Nederland, mijn laatste blog


De bergen, passen en valleien van el Cocuy waren mooier dan ik had durven dromen. Ik ben heel erg ziek geworden, maar dat mocht de pracht en praal van dit van dit bijna buitenaardse landschap niet schaden. En na wat rompslomperige doktersbezoeken, de diagnose darmparasieten en een flinke dosis antibiotica kon ik een paar dagen later afreizen naar de uitgestrekte Colombiaanse stranden in het noorden van het land. Na drinkwater uit iedere bergbeek was ik nu in de kurkdroge woestijn waar iedere druppel zoet water enorm kostbaar is en mocht ik heel even ervaren hoe kostbaar dit water ook echt is. La Guajira staat in Colombia voor twee dingen: de Wayu en steenkool (en natuurlijk zand, droogte, woestijn en afgelegen stranden).
De Wayu en la Guajira zijn nooit door de Spanjaarden gekolonialiseerd. De reden die hier meestal voor wordt gegeven is dat ze zo koppig, sterk en woest zijn dat het de Spanjaarden nooit gelukt is. Na drie dagen la Guajira denk ik dat dit zeker waar is, maar dat ik als spanjaard ook niet bijzonder geïnteresseerd zou zijn in dit kale en droge stuk grond.

Nu weet men wel beter, want onder die dorre toplaag ligt voor een kapitaal aan steenkool, steenkool die onder andere naar Nederland verscheept wordt en waar wij in onze kolencentrales weer elektriciteit mee opwekken. Geen groene stroom, maar ‘grijze’, of zwarte of rode want de prijs die de Wayu hebben betaald, of beter gezegd het geld dat ze er niet voor krijgen, is hoog. Want zoals op zoveel plekken op de wereld, hoe rijker de grond hoe armer de mensen die op die grond wonen….

Net zoals de steenkool ging ook ik, na twee prachtige laatste weken (Bergen en strand) Colombia weer terug naar Nederland. Het afscheid was raar en ook wel een beetje moeilijk. Wanneer ga je je vrienden daar weer zien? Over een paar jaar? Of misschien wel nooit meer? Tegelijk keek ik er naar uit om weer terug naar Nederland te komen. Dat is wel eens anders geweest, maar nu wilde ik echt terug. En was ik er denk ik ook gewoon een soort van klaar voor. Terug naar Paul Vincent.

Drie maanden geleden is het alweer en ondertussen ben ik alweer helemaal gewend. Ik mocht een paar keer vertellen over m’n werk en ervaringen Colombia en zo kon ik het langzaam maar zeker afsluiten. Nou ja afsluiten, het zal altijd een deel van me blijven alleen nu wat meer op afstand.
Vrij snel kwam ik ook gelijk alweer terecht in een grote stroomversnelling, ik had de dingen waar ik aan werkte nog niet goed en wel afgerond of ik had alweer nieuw werk gevonden. Ik ruilde de Comisión de Justicia y Paz in voor Justitia et Pax (Nederland) en zat voor ik echt besefte weer met ‘heel’ Nederland ’s morgens in de trein (van Utrecht naar Den Haag), toch weer even wennen na Bogota waar ik na een kwartiertje/twintig minuten fietsen al op kantoor was.
Die trein is gelukkig het enige iets minder leuke want verder had ik het niet beter kunnen treffen en ben ik zo van het ene ‘mensenrechten avontuur’ in het andere ‘mensenrechten avontuur’ gesprongen. Ik hoef alleen maar even te schakelen tussen ontheemde gemeenschappen en landrechten in Colombia, naar nou ja ongeveer hetzelfde maar dan in Zuid Soedan…. Zelfde onderwerp, ander land. En dus toch weer totaal wat anders :-)

Al met al ben ik m’n draai, hier in Nederland weer aardig aan het vinden. Veel nieuwe dingen, maar ook oude vertrouwdheid. De hele dag lekker Nederlands kletsen (en op m’n werk af en toe Frans en Engels) en gewoon even geen buitenlander of buitenstaander meer zijn. Want hoewel je echt wel went na een tijdje en je echt wel thuis gaat voelen en je plaatsje krijgt, je bent en blijft ‘die Nederlandse’.
‘Die Nederlandse’ die weer terugging, die het alweer gewend is om een handje te geven ipv drie zoenen, moet rennen omdat de trein op vaste tijden en stipt op tijd vertrekt en de hele dag door weer brood eet en pas ’s avonds warm. Maar ook ‘die Nederlandse’ die enorm blij wordt als een collega en vriendin schrijft dat doña Trinidad (de vrouw van Manuel en de moeder van Samir die vorig jaar maart verdwenen en vermoord werden) en kinderen teruggaan naar ‘huis’, de humanitaire zone ‘Costa Azul’ op gaan richten. De plannen waren er al veel eerder, maar dan eindelijk gaan ze nu ook echt terug. Terug naar waar ze thuis horen, ook al zal het nooit meer zijn zoals vroeger.
Ook ik ben terug naar thuis, iets dat gewoon kan zonder dat ik gevaar loop. Een groot verschil waar ik enorm dankbaar voor mag zijn en een privilege waarvan ik nooit mag vergeten dat het een privilege is. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten