zaterdag 18 februari 2012

De grenzen van kritiek

Ik werk voor een organisatie die kritisch is. Hun reden van zijn is het aan de kaak stellen van wat er wel niet allemaal mis in dit land. Het idee: de dingen niet in de doofpot stoppen maar ze openlijk ‘bespreekbaar’ maken. De grootste angst van veel mensen en organisaties is dan ook het feit dat het gebeurde en de slachtoffers van het gebeurde vergeten zullen worden.

En dan gebeurt er iets interessants, juist door deze angst van het vergeten blijft men hangen in het verleden, een verleden dat niet meer goed kan worden gemaakt door het heden. En dat kan ook niet, want zelfs gerechtigheid kan altijd pas komen nadat het onrecht al heeft plaatsgevonden en hoewel dit onrecht door de latere ‘gerechtigheid’ juist wel erkend wordt, het ‘goed maken’ is onmogelijk. En zo kom je op een punt dat het heden op een gegeven moment geen eerlijke kans meer krijgt en dat wat je ook doet of onderneemt het nooit goed genoeg zal zijn.



Ik denk dat het van groot belang is het verleden niet te vergeten. En de slachtoffers de erkenning te geven waar ze recht op hebben. Maar tegelijk denk ik dat het ook belangrijk is om vooruit te kijken.
Veel organisaties kritiseren maar wat raak, ze zijn tegen dit, verzetten zich tegen dat, maar moet kritiek niet ook gepaard gaan met bieden van alternatieven? Het is makkelijk om altijd maar overal tegen aan te schoppen, maar het is veel moeilijker om te komen met constructieve kritiek waar de tegenpartij misschien ook echt iets mee kan.

Ik schrijf dit stukje, omdat mijn organisatie deze week iets publiceerde wat ik persoonlijk goed vond passen bij het vraag die ik me de afgelopen maanden vaak heb gesteld: Kun je de kleine stapjes vooruit nog waarderen als je altijd alleen maar kritisch bent? (dit is trouwens geen kritiek naar mijn organisatie, maar slechts een vraag).

Afgelopen donderdag werd er een stuk op internet geplaatst over het feit dat Baltasar Garzón, een Spaanse onderzoeksrechter, aanblijft als adviseur van de organisatie MAPP OEA, de missie ter ondersteuning van het vredesproces in Colombia (opgezet door de Organisatie van Amerikaanse Staten). De strekking van het artikel was dat deze beslissing geen grondslag vindt/geniet  bij de gemeenschappen die mijn organisatie vertegenwoordigd. Verder komt Garzón volgens het artikel uit het juridische systeem dat de misdaden uit het Franco regime (1939 – 1975, Spanje) ongestraft laat, is hij ‘verantwoordelijk’ voor een ‘jacht’ op het Baskische Volk en heeft hij zich schuldig gemaakt aan illegale afluisterpraktijken die voor het gemak even op dezelfde lijn worden gezet als het afluisterschandaal wat hier een paar jaar geleden boven tafel kwam en waarbij de Colombiaanse Veiligheidsdienst, rechters, politici en activisten illegaal afluisterde. Kortom deze meneer Garzón is niet echt pluis en iemand waar je gemakkelijk ‘tegen’ kan zijn.

Het toeval wil echter dat Garzón een man is waar ik grote bewondering voor heb. Hij is de man die het aandurfde om een arrestatiebevel uit te schrijven tegen Augusto Pinochet, de oud-dictator van Chili, om hem verantwoordelijk te houden voor de gruwelijke misdaden die tijdens zijn regime zijn gepleegd. Hierom en nog om tal van andere voorbeelden is Garzón een boegbeeld binnen het Internationaal Strafrecht. En ja hij is afgelopen maand in Spanje veroordeeld omdat hij bij het onderzoek in een fraudezaak m.b.t. publieke gelden de opdracht had gegeven om gesprekken tussen de verdachten en hun advocaten af te luisteren, en nee dit mag niet. Maar een andere zaak tegen hem betreft het feit of hij de bevoegdheid had om een onderzoek te openen naar de verdwijningen die tijdens het Franco regime hebben plaatsgevonden. Na de tijd van Franco is er in Spanje een amnestie wet ingesteld, oftewel, iedereen die zich schuldig had gemaakt aan politieke misdaden ging vrijuit. En naar de slachtoffers, die nog steeds strijden voor erkenning, wordt niet geluisterd. Totdat meneer Garzón wel luisterde en een onderzoek opende, iets wat hem niet in dank werd afgenomen. Er volgende een aanklacht en hij werd (tijdelijk) uit zijn functie ontzet.  De aanklager van het Internationaal Strafhof, Luis Moreno Ocampo heeft hem toen naar Den Haag gehaald, waar hij, wel altijd begeleid door twee bodyguards, graag op de fiets naar kantoor kwam (en waar ik de eer heb gehad hem te ontmoeten). En daarna heeft de huidige president van Colombia hem gevraagd om in het kader van de missie ter ondersteuning van het vredesproces hierheen te komen. Garzón is een man die het (Internationaal) Strafrecht door en door kent, hij weet wat juridisch wel en niet mogelijk is en hoewel hij zijn grenzen van bevoegdheid wel eens heeft overschreden is hij ook een integer man die luistert naar de slachtoffers (iets wat velen toch vaak vergeten), en juist vanuit dat oogpunt op zoek gaat naar internationale gerechtigheid.

Vrede zal hij hier in Colombia niet brengen, maar hij kan wel een belangrijke bijdrage leveren aan het proces. En dus vond ik het moeilijk ‘ons’ artikel te lezen, wat kritisch als altijd, nu afgaf op iemand die in mijn ogen ‘zo slecht’ nog niet is. En vraag is me af, wanneer het dan wel goed is?  en wanneer je het wel goed kunt doen?  Volgens mij een reële vraag in een land waar veel partijen nog steeds lijnrecht tegenover elkaar staan, maar uiteindelijk toch samen zullen moeten komen tot de duurzame vrede waar het volk al zoveel jaren naar hunkert.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten