De rit naar Choco (het departement
in het noorden tegen de grens met panama en grenzend aan zowel de Caribische zee
als de Stille Oceaan) was lang, de tijd die ik heb doorgebracht in de
verschillende bootjes over de verschillende rivieren was nog langer, maar al
het zitten en ‘wachten’ was het meer dan waard en ik heb zoveel gezien, gehoord
en gevoeld dat ik eigenlijk niet goed weet waar te beginnen en wat te
vertellen.
Ik wil vertellen hoe mooi het was,
maar ook hoe vergeten en afgelegen de mensen en de gemeenschappen in deze
gebieden leven. El Choco is rijk aan grondstoffen, grote stukken zijn (nog)
oerwoud, er is een overvloed aan rivieren waarover het meeste vervoer
plaatsvind en de bevolking bestaat voornamelijk uit Afro-Colombianen. Het is er
warm en vochtig het stikt er van de muggen, hier en daar wonen mensen in houten
huisjes, de mensen zijn warm en gepassioneerd, kortom een totaal andere wereld
dan Bogota.
In Choco wordt niet geïnvesteerd in mensen
die er wonen of in andere basisbehoeften zoals infrastructuur. Soms is er de
intentie maar dan wint de corruptie en wat betreft nationale politiek ligt het eigenlijk
gewoon te ver van Bogota. De realiteit is schijnend, hoe dichter bij de bestemming
we komen hoe slechter de wegen en hoe beperkter het vervoer en de
toegankelijkheid. En de enigen die in het gebied ‘investeren’ zijn bedrijven die
er vooral wat komen halen, zich grond toe-eigenen, projecten starten of bomen
beginnen te kappen zonder overleg, zonder toestemming en zonder toezicht.
Grote indruk maakt een rivier blokkade
(brak hout dat de rivier blokkeert) die over de jaren heen zo enorm is
toegenomen dat de gemeenschappen aan de ‘andere kant’ niet langer toegang
hebben tot de hoofdrivier, het gebied en de gemeenschappen onderlopen en de
natuur afsterft omdat de wortels van de bomen door het gestegen water geen
zuurstof meer krijgen. Het grondwettelijk hof heeft al in 2010 bepaald dat de
regering de plicht heeft deze ondertussen 35 kilometer lange dam van brak hout
weg te halen, maar tot nu toe ‘is dat nog niet gelukt’. Het plaatje is een
kilometerslange en brede ‘woestijn’ van dode bomen midden in het oerwoud,
ondergelopen dorpen en mensen die geen kant op kunnen. Waar de regering op
wacht? Ik weet het niet, op dat de mensen uit nood het gebied zullen verlaten,
zodat ze vrij spel hebben?!?Wie zal het zeggen... En op een paar kilometer
verder gaat de illegale houtkap vrolijk verder, zonder enige vorm van
toestemming wordt er een kanaal gegraven en bedreigde boomsoorten gekapt. En
dit was nog maar de eerste dag…
De volgende dagen horen we hoe het
paramilitarisme in het gebied weer z’n opmars aan het maken is, hoe er weer
bedreigingen plaatsvinden, inclusief de dreiging van nieuwe slachtingen (een
paramilitaire tactiek die eind jaren negentig en begin deze eeuw erg ‘populair’
was), er tegelijk een militair bataljon in het gebied wordt gebouwd en hoe ook
de illegale cocateelt de gemeenschappen bedreigd.
De vredesbesprekingen in Havana
lijken van een andere wereld en een andere tijd.
Gelukkig zie ik ook mooie en
hoopgevende dingen. Ik zie hoe de gemeenschappen in Cacarica tijdens een proces
van meer dan 15 jaar na hun ontheemding een krachtige, georganiseerde,
doortastende en resistente gemeenschap zijn. Deze mensen die zoveel hebben
geleden en zoveel hebben verloren staan hier vandaag vol kracht en
doorzettingsvermogen. Ze leven in twee Humanitaire Zones die ervoor zorgen dat
ze kunnen wonen in het gebied dat van hun is, een tussenoplossing voor echte
terugkeer die hopelijk ooit plaats gaat vinden. Spelende kinderen, een rustig
dorpsleven, genoeg te eten, en het conflict dat binnen de grenzen van deze
Humanitaire Zones ver weg lijkt. Ik zeg lijkt, want helaas is het niet ver weg
maar dichtbij, de spanning blijft en ook de bedreigingen blijven en nemen zelfs
toe.
Een bezoek aan een gemeenschap die
we niet begeleiden en ook door niemand (geen enkele NGO of overheid) begeleidt
wordt laat zien dat het werk dat we doen wel degelijk zin heeft. De processen
die we ondersteunen geven de mensen kracht en de handvatten om een toekomst,
hun toekomst, op te bouwen en na te streven.
Terug in Bogota na zoveel indrukken,
zoveel reizen, korte nachten op een matje en na helemaal lek gestoken
te zijn door alle muggen lijkt de wereld daar weer zo ver weg en zo
onwerkelijk. Gelukkig laten de mensen en hun verhalen een diepe indruk achter, zo
diep dat we ons ook in het koude, drukke en ‘westerse’ Bogota iedere dag blijven
herinneren waarom en waarvoor we dit werk doen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten